HET BELANG VAN JOANNA VAN RADENRAEDT VOOR DE STADSPROCESSIE
-Tekst en research: Yvonne de Vries-
De geestelijke dochter Joanna van Randeraedt ( 1610-1684) is van belang geweest voor de Stadsbrandprocessie. Joanna kwam uit een invloedrijke familie. Haar broer was schepen in Roermond, haar vader was jurist. Joanna was hoog opgeleid en sprak Frans, Latijn en Nederduits. Ze schreef ook in deze talen.
Joanna had ervoor gekozen haar leven en haar kapitaal ten dienste te stellen van de Roermondse gemeenschap. Ze werd een volgelinge van de groep geestelijke dochters in Roermond. Deze vrouwen traden niet in het klooster, maar bleven in hun eigen huis wonen en behielden hun eigen kapitaal. Ze gaven godsdienstles aan kinderen, hielpen armen, verzorgden en verpleegden de vele huurlingen en hun gezinnen die zich ophielden in de regio, spoorden mensen aan om naar de kerk te gaan. Vooral naar de Kapel in ’t Zand, naar Maria.
lees hieronder verder...
JOANA VAN RANDERAEDT (1610-1684)
De diep gelovige Joanna had regelmatig visioenen. Zo ook tijdens de brand in 1665. Ze moest 't Mariabeeld van de Minderbroederskerk in 't vuur gooien.
Het beeldje verbrandde niet en 't vuur doofde!
Joanna had veel invloed en zij stond bekend om de visioenen die ze had. Ook tijdens de brand in 1665 kreeg ze een visioen, zo wil het verhaal. Ze moest een houten Mariabeeldje uit de Minderbroederskerk in het vuur gooien. Dat deed ze, met grote tegenzin, een beeld in het vuur gooien was immers een heidense daad. En wat gebeurde? Het beeldje verbrandde niet en het vuur doofde. Het pand op de hoek Pelsersstraat, Minderbroedersstraat bleef gespaard. De grote stadsbrand doofde langzaam uit. Uit dank werd later een Mariabeeld in de gevel van het huis geplaatst.
Ook de Stadsbrandprocessie naar de Kapel in ’t Zand, een jaar later, in 1666 is mede door Joanna georganiseerd. Zij spoorde de putbewoners uit de stad aan om Onze Lieve Vrouw in ’t Zand met grote putkaarsen om bescherming te vragen. Samen in een herdenkingsprocessie, hoe moeilijk dat toen zeker was, want de stad lag nog in puin. Op deze manier werd ook fijnmazige structuur van de putgemeenschappen weer hersteld en dat was belangrijk voor de wederopbouw van Roermond.